LES 248
Wat lijdt is geen deel van mij.
1. Ik heb de waarheid verstoten. 2Laat me nu even trouw zijn in het verwerpen van onwaarheid. 3Wat lijdt is geen deel van mij. 4Wat verdriet heeft ben ik niet zelf. 5Wat pijn heeft is niets dan een illusie in mijn denkgeest. 6Wat sterft heeft in werkelijkheid nooit geleefd en heeft slechts de waarheid omtrent mijzelf bespot. 7Nu verwerp ik zelfbeelden en valse voorstellingen en leugens over de heilige Zoon van God. 8Nu ben ik bereid hem opnieuw te aanvaarden zoals God hem geschapen heeft, en zoals hij is.
2. Vader, mijn aloude liefde voor U keert terug en laat me ook Uw Zoon weer liefhebben. 2Vader, ik ben zoals U mij geschapen hebt. 3Nu herinner ik me Uw Liefde alsook de mijne. 4Nu begrijp ik dat die één zijn.