Een Cursus
In Wonderen

Geautoriseerde Online Editie
Werkboek

HERHALING III

Inleiding

1. 1Vandaag begint onze volgende herhaling. 2Tien oefendagen achtereen zullen we elke dag twee recente lessen herhalen. 3Voor deze oefenperioden zullen we ons aan een bepaald schema houden, en we dringen erop aan dat je dat zo precies mogelijk volgt.

2. 1Natuurlijk begrijpen we dat het voor jou onmogelijk zou kunnen zijn om wat hier als optimaal wordt aangegeven, elke dag en elk uur van de dag te doen. 2Je wordt niet in je leerproces belemmerd wanneer je een oefenperiode mist omdat die op de aangewezen tijd onmogelijk blijkt. 3Het is evenmin nodig dat je jezelf in allerlei bochten wringt om je achterstand in aantal weer in te halen. 4Rituelen zijn ons doel niet, ze zouden onze bedoeling doorkruisen.

3. 1Maar je leerproces wordt wel belemmerd wanneer jij een oefenperiode overslaat omdat je onwillig bent er de tijd aan te besteden die je gevraagd wordt ervoor uit te trekken. 2Houd jezelf hierin niet voor de gek. 3Onwil kan zich heel listig verborgen houden achter een dekmantel van situaties die je niet in de hand hebt. 4Leer onderscheid te maken tussen situaties die voor jouw oefening weinig geschikt zijn en situaties die jij in het leven roept als camouflage voor je onwil.

4. 1Een oefenperiode die je verzuimd hebt omdat je die, om wat voor reden dan ook, niet wilde doen, moet meteen worden gedaan zodra je van gedachten bent veranderd over je doel. 2Je bent alleen onwillig om aan je oefening in verlossing mee te werken als dit andere doelen, die jou nader aan het hart liggen, doorkruist. 3Wanneer je hieraan de waarde onttrekt die jij eraan hebt toegekend, laat dan je oefenperioden de plaats innemen van de litanieën die je daaraan hebt gewijd. 4Die hebben jou niets gegeven. 5Maar je oefeningen kunnen jou alles bieden. 6Aanvaard dus wat ze te bieden hebben en wees in vrede.

5. 1Het schema dat je voor deze herhalingen moet gebruiken, is het volgende: wijd er tweemaal daags vijf minuten aan – of langer zo je wilt – om na te denken over de aangegeven gedachten. 2Lees de ideeën en opmerkingen door die voor de dagelijkse oefening opgeschreven zijn. 3En begin er dan over na te denken, terwijl je jouw denkgeest het verband laat leggen met je behoeften, je schijnbare problemen en al je zorgen.

6. 1Neem de ideeën in je denkgeest op en laat hij ze naar verkiezing gebruiken. 2Vertrouw erop dat hij dat wijs zal doen, omdat hij bij zijn beslissingen geholpen wordt door Degene die deze gedachten aan jou gaf. 3Wat anders kun je vertrouwen dan wat zich in je denkgeest bevindt? 4Vertrouw er bij deze herhalingen op dat de middelen die de Heilige Geest hanteert niet zullen falen. 5De wijsheid van je denkgeest zal jou te hulp komen. 6Geef bij het begin de richting aan, leun dan in rustig vertrouwen achterover, en laat de denkgeest de gedachten aanwenden die jij gaf zoals ze jou gegeven werden opdat hij ze zou gebruiken.

7. 1Ze zijn je gegeven in volmaakt vertrouwen, in de volmaakte overtuiging dat jij ze goed zult gebruiken, in het volmaakte geloof dat jij hun boodschap zult zien en ze voor jezelf benutten. 2Bied ze je denkgeest aan met eenzelfde vertrouwen, overtuiging en geloof. 3Het zal niet mislukken. 4Het is het middel dat de Heilige Geest voor jouw verlossing heeft uitverkoren. 5Aangezien het Zijn vertrouwen geniet, moet Zijn middel ook zeker het jouwe wel verdienen.

8. 1We leggen er de nadruk op dat je er baat bij hebt als je de eerste vijf minuten van de dag aan je herhalingsoefeningen wijdt, en ook de vijf laatste wakkere minuten van de dag hieraan geeft. 2Als dit niet lukt, probeer het dan tenminste zo in te delen dat je er één ‘s morgens doet en de andere in het uur net voordat je slapen gaat.

9. 1De oefeningen die de hele dag door moeten worden gedaan, zijn niet minder belangrijk, en mogelijk nog waardevoller. 2Je was geneigd alleen op vastgestelde tijdstippen te oefenen, om daarna weer over te gaan op andere dingen, zonder wat je geleerd had daarop toe te passen. 3Als gevolg daarvan is het je nog weinig ingeslepen, en heb jij het geleerde geen eerlijke kans gegeven te bewijzen hoe groot de gaven zijn die het voor jou in petto heeft. 4Dit is een nieuwe kans om het goed te benutten.

10. 1Bij deze herhalingen beklemtonen we de noodzaak om wat je geleerd hebt niet onbenut te laten tussen je langere oefenperioden in. 2Probeer aan je twee dagelijkse ideeën elk uur een korte maar serieuze herhaling te wijden. 3Gebruik er één op het hele uur en het andere een half uur later. 4Je hoeft aan elk niet meer dan een ogenblik te besteden. 5Herhaal het, en laat je denkgeest een kort moment in stilte en vrede verpozen. 6Richt je dan op andere zaken, maar probeer de gedachte bij je te houden, en laat die jou als hulp dienen om ook de hele dag door je vrede te bewaren.

11. 1Als je van streek bent, denk er dan opnieuw aan. 2Deze oefenperioden zijn bedoeld om jou te helpen er een gewoonte van te maken om wat je dagelijks leert, toe te passen op alles wat je doet. 3Herhaal de gedachte niet om die daarna naast je neer te leggen. 4Haar nut voor jou is grenzeloos. 5En ze is bedoeld om jou op elke manier, elk ogenblik en elke plek, en telkens wanneer je maar enige vorm van hulp nodig hebt, van dienst te zijn. 6Probeer haar dan ook in je dagelijkse beslommeringen met je mee te nemen en die heilig te maken, Gods Zoon waardig, aanvaardbaar voor God en voor jouw Zelf.

12. 1Elke dag eindigt de oefenopdracht met het nogmaals uitspreken van de gedachte die elk uur gebruikt wordt, alsook die welke op het halve uur wordt geoefend. 2Vergeet ze niet. 3Deze tweede kans met elk van deze ideeën zal je zulke grote vorderingen brengen dat we uit deze herhalingen met zoveel meer kennis te voorschijn komen, dat we op steviger grond, met vastere tred en een sterker vertrouwen verder zullen gaan.

13. 1Vergeet niet hoe weinig jij geleerd hebt.
2Vergeet niet hoeveel jij nu kunt leren.
3Vergeet niet dat jouw Vader jou nodig heeft,
terwijl je deze gedachten herhaalt die Hij jou heeft gegeven.