Een Cursus
In Wonderen

Geautoriseerde Online Editie
Werkboek

LES 53

Vandaag zullen wij het volgende herhalen:

1. 1(11) Mijn betekenisloze gedachten laten mij een betekenisloze wereld zien.

2Aangezien de gedachten waar ik me bewust van ben, niets betekenen, kan ook de wereld die daarvan de weergave is geen betekenis hebben. 3Datgene waardoor deze wereld wordt voortgebracht is waanzinnig en hetzelfde geldt voor wat zij voortbrengt. 4De werkelijkheid is niet waanzinnig, en ik heb zowel werkelijke als waanzinnige gedachten. 5Daarom kan ik een werkelijke wereld zien, als ik mijn werkelijke gedachten bij mijn zien tot leidraad neem.

2. 1(12) Ik voel onvrede omdat ik een betekenisloze wereld zie.

2Waanzinnige gedachten verstoren je vrede. 3Ze brengen een wereld voort waarin nergens orde is. 4Een wereld die een weergave van chaotisch denken is, wordt door niets dan chaos geregeerd, en chaos kent geen wetten. 5In zo’n wereld kan ik niet in vrede leven. 6Ik ben dankbaar dat deze wereld geen werkelijkheid is en dat ik haar helemaal niet hoef te zien, tenzij ik besluit haar waarde te verlenen. 7En ik besluit geen waarde te verlenen aan wat totaal waanzinnig en zonder betekenis is.

3. 1(13) Een betekenisloze wereld baart angst.

2Wat totaal waanzinnig is, baart angst omdat het volkomen onbetrouwbaar is en geen enkele basis voor vertrouwen biedt. 3In waanzinnigheid valt niets te vertrouwen. 4Het biedt geen veiligheid en geen hoop. 5Maar zo’n wereld is geen werkelijkheid. 6Ik heb haar de illusie van werkelijkheid verleend en heb geleden door mijn geloof daarin. 7Nu kies ik ervoor dit geloof terug te nemen en mijn vertrouwen te stellen in de werkelijkheid. 8Door hiervoor te kiezen zal ik ontsnappen aan alle gevolgen van de wereld van de angst, omdat ik erken dat die niet bestaat.

4. 1(14) God heeft geen betekenisloze wereld geschapen.

2Hoe kan er een betekenisloze wereld bestaan als God die niet geschapen heeft? 3Hij is de Bron van alle betekenis, en alles wat werkelijk is, bestaat in Zijn Denkgeest. 4Het bestaat ook in mijn denkgeest, omdat Hij het met mij geschapen heeft. 5Waarom zou ik blijven lijden onder de gevolgen van mijn eigen waanzinnige gedachten, wanneer de volmaaktheid van de schepping mijn thuis is? 6Laat ik me de kracht van mijn besluit herinneren en beseffen waar ik werkelijk verblijf.

5. 1(15) Mijn gedachten zijn beelden die ik heb gemaakt.

2Alles wat ik zie is een weerspiegeling van mijn gedachten. 3Het zijn mijn gedachten die mij zeggen waar ik ben en wat ik ben. 4Het feit dat ik een wereld zie van lijden, verlies en dood, toont mij dat ik slechts de weergave zie van mijn waanzinnige gedachten, en dat ik mijn werkelijke gedachten belet hun weldadig licht te werpen op wat ik zie. 5Toch is Gods weg zeker. 6De beelden die ik heb gemaakt, kunnen over Hem niet zegevieren, omdat het niet mijn wil is dat dit geschiedt. 7Mijn wil is de Zijne en ik zal voor Zijn aangezicht geen andere goden plaatsen.