1. 1Vader, ik wens wat tegen mijn wil ingaat, en wat ik wil hebben, wens ik niet. 2Orden mijn denkgeest, Vader. 3Hij is ziek. 4Maar U hebt vrijheid aangeboden, en ik kies er vandaag voor aanspraak te maken op Uw geschenk. 5En dus geef ik al het oordelen aan Degene die U mij gegeven hebt om voor mij te oordelen. 6Hij ziet wat ik waarneem, en toch kent Hij de waarheid. 7Hij ziet pijn, en toch begrijpt Hij dat die niet werkelijk is, en in Zijn begrip wordt die genezen. 8Hij schenkt de wonderen die mijn dromen voor mijn bewustzijn verborgen willen houden. 9Laat Hem vandaag oordelen. 10Ik ken mijn wil niet, maar Hij is er zeker van dat die de Uwe is. 11En Hij zal voor mij spreken en Uw wonderen uitnodigen tot mij te komen.

2. 1Luister vandaag. 2Wees heel stil en hoor de zachtmoedige Stem namens God, die je verzekert dat Hij jou heeft beoordeeld als de Zoon die Hij liefheeft.