Een Cursus
In Wonderen

Geautoriseerde Online Editie
Werkboek

LES 163

Er is geen dood. De Zoon van God is vrij.

1. 1De dood is een gedachte die vele vormen aanneemt, vaak niet als zodanig herkend. 2Ze kan verschijnen als droefheid, angst, verontrusting of twijfel, als woede, ongelovigheid en gebrek aan vertrouwen, als bekommernis om lichamen, afgunst, en als alle vormen waarin de wens te zijn wat jij niet bent, jou kan komen verleiden. 3Al zulke gedachten zijn slechts de weerspiegeling van de aanbidding van de dood als verlosser en schenker van bevrijding.

2. 1Als belichaming van de angst, als gastheer van de zonde, als de god van de schuldigen en de heer van alle illusies en misleidingen, lijkt het idee van de dood inderdaad machtig. 2Want hij houdt schijnbaar alles wat leeft in zijn verdorde hand, alle hoopvolle verwachtingen en wensen in zijn verwoestende greep, en alle doelen worden slechts gezien door zijn nietsziende ogen. 3De gebrekkigen, de hulpelozen en de zieken buigen zich voor zijn beeltenis neer en denken dat hij alleen werkelijk is, onontkoombaar, hun vertrouwen waard. 4Want hij alleen zal zeker komen.

3. 1Alle dingen behalve de dood worden als onzeker beschouwd, als te snel verloren hoe moeilijk ze ook verworven werden, als onzeker in hun afloop, geneigd de hoop die ze eens wekten onvervuld te laten, en de smaak van stof en as in hun kielzog achterlatend, in plaats van aspiraties en van dromen. 2Maar op de dood wordt gerekend. 3Want hij zal met vaste tred komen wanneer de tijd voor zijn komst is aangebroken. 4Hij zal nooit nalaten alle leven als gijzelaar te nemen voor zichzelf.

4. 1Zou jij voor afgoden zoals deze willen buigen? 2Hier wordt de kracht en macht van God Zelf gezien in een afgod gemaakt van stof. 3Hier wordt de tegenpool van God uitgeroepen tot heer van heel de schepping, sterker dan Gods Wil ten leven, de oneindigheid van de liefde en de volmaakte, onveranderlijke bestendigheid van de Hemel. 4Hier wordt de Wil van de Vader en de Zoon uiteindelijk verslagen en onder de grafsteen ter ruste gelegd die de dood geplaatst heeft op het lichaam van de heilige Zoon van God.

5. 1Onheilig in de nederlaag, is hij geworden tot wat de dood wilde dat hij was. 2Zijn grafschrift, door de dood zelf geschreven, geeft hem geen naam, want hij is tot stof vergaan. 3Het luidt alleen: ‘Hier ligt een getuige voor de dood van God.’ 4En dit schrijft de dood telkens en telkens weer terwijl zijn aanbidders almaar instemmen, en neerknielend fluisteren ze, met hun voorhoofd op de grond, vol angst dat dit zo is.

6. 1Het is onmogelijk de dood in enige vorm te aanbidden en tegelijk er enkele andere uit te kiezen die je niet koesteren maar juist vermijden wilt, terwijl jij nog steeds in de rest gelooft. 2Want de dood is totaal. 3Ofwel alle dingen sterven, of anders leven ze en kunnen niet sterven. 4Er is geen compromis mogelijk. 5Want hier zien we weer een onmiskenbaar standpunt dat we moeten accepteren, willen we innerlijk gezond zijn: wat één gedachte totaal tegenspreekt kan niet waar zijn, tenzij bewezen is dat het tegendeel onwaar is.

7. 1Het idee van de dood van God is zo absurd dat zelfs waanzinnigen moeite hebben het te geloven. 2Want het houdt in dat God eens levend was en op de een of andere manier omkwam, blijkbaar gedood door hen die niet wilden dat Hij bleef leven. 3Hun sterkere wil kon over de Zijne triomferen, en zo is het eeuwige leven bezweken voor de dood. 4En met de Vader stierf eveneens de Zoon.

8. 1De aanbidders van de dood zijn bang misschien. 2En toch, kunnen gedachten als deze angstaanjagend zijn? 3Als ze zagen dat wat ze geloven niets anders is dan dit, zouden ze onmiddellijk zijn bevrijd. 4En jij toont hun dit vandaag. 5Er is geen dood en wij verwerpen die nu in iedere vorm, omwille van hun verlossing alsook de onze. 6God heeft de dood niet gemaakt. 7Daarom moet elke vorm die hij aanneemt een illusie zijn. 8Dit is het standpunt dat we vandaag innemen. 9En het is ons gegeven voorbij de dood te kijken en het leven erachter te zien.

9. 1Onze Vader, zegen onze ogen vandaag. 2Wij zijn Uw boodschappers en we willen naar de schitterende weerspiegeling van Uw Liefde kijken die in alles straalt. 3Wij leven en bewegen in U alleen. 4Wij zijn niet gescheiden van Uw eeuwige leven. 5Er is geen dood, want dood is niet Uw Wil. 6En wij vertoeven waar U ons hebt geplaatst, in het leven dat wij delen met U en met al wat leeft, om voor eeuwig zoals U en deel van U te zijn. 7Wij aanvaarden Uw Gedachten als de onze, en onze wil is eeuwig één met die van U. 8Amen.