Een Cursus
In Wonderen

Geautoriseerde Online Editie
Werkboek

LES 35

Mijn denkgeest is deel van Die van God. Ik ben heel heilig.

1. 1Het idee van vandaag beschrijft niet de manier waarop jij jezelf nu ziet. 2Het beschrijft echter wel wat visie jou zal tonen. 3Het is moeilijk voor ieder die denkt dat hij in deze wereld is, dit van zichzelf te geloven. 4Toch is de reden waarom hij denkt dat hij in deze wereld is, dat hij het niet gelooft.

2. 1Je gelooft dat je deel uitmaakt van waar je denkt dat je bent. 2Dat komt doordat je jezelf omgeeft met de omgeving die je wenst. 3En je wenst die om het beeld dat je van jezelf hebt gemaakt te beschermen. 4Het beeld is deel van deze omgeving. 5Wat je ziet terwijl je gelooft dat je daarin bent, wordt gezien door de ogen van het beeld. 6Dat is geen visie. 7Beelden kunnen niet zien.

3. 1Het idee voor vandaag biedt een heel ander zicht op jezelf. 2Door jouw Bron vast te stellen, stelt het jouw Identiteit vast, en het beschrijft jou zoals jij in waarheid werkelijk moet zijn. 3We zullen voor het idee van vandaag een iets andere vorm van toepassing hanteren, omdat vandaag de nadruk ligt op de waarnemer en niet op wat hij waarneemt.

4. 1Begin, bij elk van de drie oefenperioden van vijf minuten vandaag, het idee van deze dag voor jezelf te herhalen, en sluit dan je ogen en onderzoek je denkgeest op de verschillende soorten beschrijvende termen waarin jij jezelf ziet. 2Reken alle op het ego gebaseerde eigenschappen die jij aan jezelf toeschrijft mee, positief of negatief, gewenst of ongewenst, verheven of platvloers. 3Allemaal zijn ze even onwerkelijk, omdat jij niet door ogen van heiligheid naar jezelf kijkt.

5. 1Aan het begin van je periode van gedachtenonderzoek zul je waarschijnlijk meer de nadruk leggen op wat jij als de meer negatieve aspecten van jouw waarneming van jezelf beschouwt. 2Tegen het eind van de oefenperiode kunnen er echter ook meer beschrijvingen ingegeven door eigendunk in je denkgeest opduiken. 3Probeer in te zien dat de richting van jouw fantasieën over jezelf onbelangrijk is. 4Illusies hebben in werkelijkheid geen richting. 5Ze zijn eenvoudig niet waar.

6. 1Een geschikte, ongeselecteerde lijst voor de toepassing van het idee voor vandaag zou er als volgt kunnen uitzien:

2Ik zie mezelf als lastiggevallen.
3Ik zie mezelf als neerslachtig.
4Ik zie mezelf als een mislukkeling.
5Ik zie mezelf als bedreigd.
6Ik zie mezelf als hulpeloos.
7Ik zie mezelf als winnaar.
8Ik zie mezelf als verliezer.
9Ik zie mezelf als menslievend.
10Ik zie mezelf als deugdzaam.

7. 1Denk niet in het abstracte over deze omschrijvingen. 2Ze zullen je invallen wanneer verschillende situaties, personen en gebeurtenissen, waarin jij een rol speelt, zich in je denkgeest aandienen. 3Neem elke specifieke situatie die bij je opkomt, kies de omschrijving of de omschrijvingen die naar jouw gevoel het best passen bij je reacties op die situatie, en gebruik die dan bij het toepassen van het idee van vandaag. 4Nadat je ze allemaal opgenoemd hebt, voeg je toe:

5Maar mijn denkgeest is deel van Die van God. 6Ik ben heel heilig.

8. 1Tijdens de lange oefenperioden zullen er waarschijnlijk momenten zijn waarin jou niets speciaals wil invallen. 2Doe geen moeite bepaalde dingen te bedenken om die tussentijd te vullen, maar ontspan je gewoon en herhaal het idee van vandaag rustig tot zich iets aandient. 3Hoewel niets wat bij je omhoogkomt weggelaten mag worden uit de oefeningen, mag ook niets moedwillig ‘naar boven gehaald’ worden. 4Forceer niets, en maak geen onderscheid.

9. 1Neem deze dag zo vaak mogelijk een of meerdere specifieke eigenschappen bij de kop die jij op dit moment aan jezelf toeschrijft, en pas hierop het idee voor vandaag toe, waarna je er telkens het idee in de bovengenoemde vorm aan toevoegt. 2Als niets bijzonders je te binnen wil schieten, herhaal dan eenvoudig het idee voor jezelf, met gesloten ogen.