Een Cursus
In Wonderen

Geautoriseerde Online Editie
Werkboek

LES 183

Ik roep Gods Naam aan en de mijne.

1. 1Gods Naam is heilig, maar niet heiliger dan die van jou. 2Het aanroepen van Zijn Naam is niets anders dan het aanroepen van de jouwe. 3Een vader geeft zijn zoon zijn naam en identificeert aldus zijn zoon met hem. 4Zijn broeders delen zijn naam en zo zijn ze verenigd in een band waartoe ze zich wenden voor hun identiteit. 5Jouw Vaders Naam brengt je in herinnering wie jij bent, zelfs in een wereld die niet weet, en zelfs al ben jij het vergeten.

2. 1Gods Naam kan niet worden gehoord zonder reactie, noch worden gezegd zonder een weerklank in de denkgeest, die jou oproept je te herinneren. 2Zeg Zijn Naam, en je nodigt de engelen uit om de grond waarop jij staat te omringen en jou toe te zingen, terwijl ze hun vleugels uitspreiden om je te behoeden en te beschutten tegen iedere wereldse gedachte die inbreuk kan maken op jouw heiligheid.

3. 1Herhaal de Naam van God en heel de wereld reageert door illusies af te leggen. 2Iedere droom die de wereld dierbaar is, is plotseling voorbij en waar die leek te zijn, vind je een ster: een wonder van genade. 3De zieken staan op, nu genezen van hun ziekelijke gedachten. 4De blinden kunnen zien, de doven horen. 5De bedroefden werpen hun rouw af en de tranen van pijn worden gedroogd, nu blij gelach de wereld komt zegenen.

4. 1Herhaal de Naam van God en kleine namen hebben hun betekenis verloren. 2Er is geen verleiding die niet tot iets naamloos en ongewensts wordt ten overstaan van Gods Naam. 3Herhaal Zijn Naam en zie hoe makkelijk je de namen van alle goden vergeet waaraan jij waarde hechtte. 4Ze zijn de naam van god, die jij hun gaf, kwijtgeraakt. 5Ze worden anoniem en nietswaardig voor jou, ook al heb je, voor je de Naam van God hun kleine namen liet vervangen, in aanbidding voor hen gestaan en hen goden genoemd.

5. 1Herhaal de Naam van God en roep jouw Zelf aan, wiens Naam de Zijne is. 2Herhaal Zijn Naam en alle nietige, naamloze dingen op aarde vallen in het juiste perspectief. 3Zij die de Naam van God aanroepen, kunnen het naamloze niet verwarren met de Naam, noch zonde aanzien voor genade, of lichamen voor de heilige Zoon van God. 4En mocht jij met een broeder samenzijn, terwijl jij in stilte bij hem zit en met hem Gods Naam in je rustige denkgeest herhaalt, dan heb je daar een altaar opgericht dat reikt tot God Zelf en tot Zijn Zoon.

6. 1Oefen alleen dit vandaag: herhaal langzaam steeds en steeds opnieuw Gods Naam. 2Vergeet elke naam, behalve die van Hem. 3Hoor niets anders. 4Laat al je gedachten op deze worden geënt. 5Geen ander woord gebruiken we, behalve aan het begin, wanneer we het idee van vandaag één enkele maal uitspreken. 6En dan wordt Gods Naam onze enige gedachte, ons enige woord, het enige dat onze denkgeest bezighoudt, het enige dat we wensen, de enige klank met betekenis, en de enige Naam voor al wat we verlangen te zien, voor al wat we het onze willen noemen.

7. 1Zo doen we een uitnodiging die nooit kan worden geweigerd. 2En God zal komen en die Zelf beantwoorden. 3Denk niet dat Hij de futiele gebeden hoort van hen die Hem aanroepen met de namen van afgoden die door de wereld worden gekoesterd. 4Zij kunnen Hem zo niet bereiken. 5Hij kan niet het verzoek horen dat Hij niet Zichzelf is, of dat Zijn Zoon een andere naam dan de Zijne ontvangt.

8. 1Herhaal de Naam van God en je erkent Hem als de enige Schepper van de werkelijkheid. 2En je erkent tevens dat Zijn Zoon deel van Hem is en schept in Zijn Naam. 3Zit in stilte en laat Zijn Naam uitgroeien tot het alomvattende idee dat je denkgeest volledig vult. 4Laat alle gedachten behalve deze ene stil zijn. 5En reageer hiermee op alle andere gedachten, en zie Gods Naam de duizend nietige namen vervangen die jij aan je gedachten gegeven hebt, terwijl je niet besefte dat er één Naam is voor al wat is en wat zal zijn.

9. 1Vandaag kun jij een staat bereiken waarin je de gave van genade zult ervaren. 2Je kunt aan alle gebondenheid aan de wereld ontsnappen en de wereld dezelfde bevrijding schenken die jij gevonden hebt. 3Jij kunt je herinneren wat de wereld is vergeten en haar jouw eigen herinnering aanbieden. 4Jij kunt vandaag de rol aanvaarden die je zowel in haar als jouw verlossing speelt. 5En beide kunnen volmaakt tot stand worden gebracht.

10. 1Wend je tot de Naam van God voor je bevrijding en ze wordt jou gegeven. 2Er is geen ander gebed nodig dan dit, want dit bevat ze allemaal. 3Woorden zijn onbelangrijk en alle verzoeken overbodig, wanneer Gods Zoon zijn Vaders Naam aanroept. 4Zijn Vaders Gedachten worden de zijne. 5Hij maakt aanspraak op alles wat zijn Vader gaf, nog altijd geeft en eeuwig geven zal. 6Hij roept Hem aan om alle dingen die hij dacht te hebben gemaakt nu naamloos te laten zijn, en in hun plaats wordt Gods heilige Naam zijn oordeel over hun nietswaardigheid.

11. 1Al het kleine is stil. 2Onbeduidende geluiden zijn nu geluidloos. 3De kleine aardse dingen zijn verdwenen. 4Het universum bestaat uit niets dan de Zoon van God die zijn Vader aanroept. 5En zijn Vaders Stem geeft antwoord in zijn Vaders heilige Naam. 6In deze eeuwige, stille relatie, waarin communicatie alle woorden verre overstijgt en toch in diepte en hoogte alles overtreft wat woorden mogelijkerwijs kunnen overdragen, verblijft eeuwige vrede. 7In de Naam van onze Vader willen we deze vrede vandaag ervaren. 8En in Zijn Naam zal die ons gegeven zijn.