Een Cursus
In Wonderen

Geautoriseerde Online Editie
Werkboek

LES 14

God heeft geen betekenisloze wereld geschapen.

1. 1Het idee van vandaag is uiteraard de reden waarom een betekenisloze wereld onmogelijk is. 2Wat God niet geschapen heeft, bestaat niet. 3En alles wat wel bestaat, bestaat zoals Hij het heeft geschapen. 4De wereld die jij ziet heeft niets met de werkelijkheid te maken. 5Ze is je eigen makelij, en bestaat niet.

2. 1De oefeningen van vandaag moeten van begin tot eind met gesloten ogen worden gedaan. 2De periode van gedachtenonderzoek dient kort te zijn, hoogstens een minuut. 3Houd niet meer dan drie oefenperioden met het idee van vandaag, tenzij je je er prettig bij voelt. 4Als dat zo is, komt dat omdat je werkelijk begrijpt waar ze toe dienen.

3. 1Het idee van vandaag is een nieuwe stap om te leren de gedachten die jij op de wereld geschreven hebt los te laten en daarvoor in de plaats het Woord van God te zien. 2De eerste stappen in deze omruiling, die werkelijk verlossing genoemd kan worden, kunnen behoorlijk lastig en zelfs behoorlijk pijnlijk zijn. 3Sommige zullen je regelrecht de angst in voeren. 4Maar je wordt daar niet achtergelaten. 5Je zult er verre aan voorbij gaan. 6Onze weg leidt naar volmaakte veiligheid en volmaakte vrede.

4. 1Denk met gesloten ogen aan al de gruwelen in de wereld die in je denkgeest opkomen. 2Benoem ze een voor een zoals ze zich aan je aandienen, en ontken dan de werkelijkheid ervan. 3God heeft dit niet geschapen, en dus is het geen werkelijkheid. 4Zeg bijvoorbeeld:

5God heeft die oorlog niet geschapen, en dus is hij geen werkelijkheid.
6God heeft dat vliegtuigongeluk niet geschapen, en dus is het geen werkelijkheid.
7God heeft die ramp [duid die nader aan] niet geschapen, en dus is ze geen werkelijkheid.

5. 1Tot de geschikte onderwerpen om het idee van vandaag op toe te passen hoort ook alles waarvan je bang bent dat het jou of iemand om wie jij bezorgd bent, zou kunnen overkomen. 2Omschrijf de ‘ramp’ telkens heel nauwkeurig. 3Gebruik geen algemene termen. 4Zeg bijvoorbeeld niet: ‘God heeft geen ziekte geschapen,’ maar: ‘God heeft geen kanker geschapen,’ of hartaanvallen, of wat er verder angst in je oproept.

6. 1Dit is jouw persoonlijk gruwelenrepertoire waarnaar je zit te kijken. 2Deze dingen zijn deel van de wereld die jij ziet. 3Sommige ervan zijn gemeenschappelijke illusies, andere maken deel uit van jouw persoonlijke hel. 4Dat maakt niet uit. 5Wat God niet geschapen heeft, kan alleen in jouw eigen denkgeest, los van die van Hem bestaan. 6Daarom heeft het geen betekenis. 7Sluit ter erkenning van dit feit de oefenperioden af met een herhaling van het idee van vandaag:

8God heeft geen betekenisloze wereld geschapen.

7. 1Het idee van de dag kan uiteraard toegepast worden op alles wat buiten de oefenperioden om vandaag je vrede verstoort. 2Wees heel specifiek in je toepassing. 3Zeg:

4God heeft geen betekenisloze wereld geschapen. 5Hij heeft [omschrijf de situatie die je vrede verstoort] niet geschapen en dus is dat geen werkelijkheid.