Een Cursus
In Wonderen

Geautoriseerde Online Editie
Werkboek

LES 131

Niemand kan falen die tot de waarheid tracht te komen.

1. 1Mislukking omringt jou overal, zolang je doelen nastreeft die niet bereikt kunnen worden. 2Je zoekt naar het duurzame in het vergankelijke, naar liefde waar geen liefde is, naar veiligheid te midden van gevaar, naar onsterfelijkheid binnen de duisternis van de droom van de dood. 3Wie kan slagen waar tegenstrijdigheid het decor van zijn zoektocht vormt, de plaats waar hij komt om stabiliteit te vinden?

2. 1Zinloze doelen worden niet bereikt. 2Je kunt die met geen mogelijkheid bereiken, want de middelen waarmee jij ze nastreeft zijn even zinloos als het doel zelf. 3Wie kan zulke onzinnige middelen gebruiken en hopen hiermee iets te winnen? 4Waar kunnen ze toe leiden? 5En wat zouden ze kunnen bewerkstelligen dat enige hoop biedt werkelijk te zijn? 6Het najagen van fantasieën leidt tot de dood, want het is een zoektocht naar het niets, en terwijl je naar het leven zoekt, vraag je om de dood. 7Je zoekt naar veiligheid en geborgenheid, terwijl je in je hart bidt om gevaar en om de bescherming van de nietige droom die jij hebt gemaakt.

3. 1Toch is zoeken onvermijdelijk hier. 2Daarvoor ben je gekomen en je zult stellig datgene doen waarvoor je gekomen bent. 3Maar de wereld kan jou het doel dat je zoekt niet voorschrijven, tenzij jij haar de macht daartoe geeft. 4Zo niet, dan ben je nog steeds vrij een doel te kiezen dat voorbij de wereld en elke wereldse gedachte ligt, een doel dat jou wordt ingegeven door een idee dat je opgaf en toch in herinnering hield, oud en toch nieuw, een echo van een vergeten erfgoed, die toch alles inhoudt wat jij werkelijk verlangt.

4. 1Wees blij dat je moet zoeken. 2Wees ook blij te ontdekken dat je naar de Hemel zoekt en dat je ontegenzeggelijk het doel zult vinden dat jij werkelijk verlangt. 3Niemand kan nalaten dit doel te verlangen en het uiteindelijk te bereiken. 4Gods Zoon kan niet vergeefs zoeken, al kan hij proberen uitstel af te dwingen, zichzelf te misleiden en te denken dat het de hel is die hij zoekt. 5Wanneer hij zich vergist, ondervindt hij correctie. 6Wanneer hij afdwaalt, wordt hij teruggeleid naar de hem toegewezen taak.

5. 1Niemand blijft in de hel, want niemand kan zijn Schepper in de steek laten, noch Zijn volmaakte, tijdloze en onveranderlijke Liefde beïnvloeden. 2Jij zult de Hemel vinden. 3Alles wat je zoekt, op dit ene na, zal wegvallen. 4Maar niet omdat het jou ontnomen wordt. 5Het zal verdwijnen omdat jij het niet verlangt. 6Je zult het doel dat jij werkelijk verlangt even zeker bereiken als het zeker is dat God jou in zondeloosheid geschapen heeft.

6. 1Waarom op de Hemel wachten? 2Die is hier vandaag. 3Tijd is de grote illusie dat die in het verleden of in de toekomst ligt. 4Toch kan dit niet zo zijn, als dit het is waar God wil dat Zijn Zoon is. 5Hoe zou Gods Wil in het verleden kunnen liggen of nog moeten geschieden? 6Wat Hij wil, is nu, zonder verleden en geheel toekomstloos. 7Het staat even ver van de tijd af als een nietig kaarsje van een verafgelegen ster, of wat jij koos van wat jij werkelijk verlangt.

7. 1De Hemel blijft jouw enige alternatief voor deze vreemde wereld die jij hebt gemaakt, met al haar aspecten, haar verschuivende patronen en onzekere doelen, haar pijnlijke genoegens en droevige geneugten. 2God heeft geen tegenstrijdigheden gemaakt. 3Wat zijn eigen bestaan ontkent en zichzelf aanvalt, komt niet van Hem. 4Hij heeft niet twee denkgeesten gemaakt, met de Hemel als het verheugende gevolg van de ene, en de aarde, die in elk opzicht het tegendeel van de Hemel is, als het droevige resultaat van de andere.

8. 1God lijdt niet aan conflict. 2Evenmin is Zijn schepping in tweeën gedeeld. 3Hoe kan het dan mogelijk zijn dat Zijn Zoon in de hel verblijft, terwijl God Zelf hem in de Hemel heeft gevestigd? 4Zou hij kunnen verliezen wat de Eeuwige Wil hem voor eeuwig als zijn woonplaats heeft geschonken? 5Laten we niet langer proberen een vreemde wil op te leggen aan Gods enige doel. 6Hij is hier omdat Hij dat wil en wat Hij wil is nu aanwezig, buiten het bereik van de tijd.

9. 1Vandaag zullen we geen paradox in plaats van de waarheid verkiezen. 2Hoe zou de Zoon van God tijd kunnen maken om daarmee de Wil van God weg te nemen? 3Zo verloochent hij zichzelf en weerspreekt hij wat geen tegendeel kent. 4Hij denkt dat hij een hel heeft gemaakt die tegenover de Hemel staat, en hij gelooft dat hij verblijft in wat niet bestaat, terwijl de Hemel de plaats is die hij niet vinden kan.

10. 1Laat vandaag zulke dwaze gedachten achter je en richt je denkgeest in plaats daarvan op ware ideeën. 2Niemand kan falen die tot de waarheid tracht te komen, en het is de waarheid die we vandaag proberen te bereiken. 3Vandaag zullen we drie keer tien minuten aan dit doel wijden, en we zullen vragen de werkelijke wereld te zien verrijzen om de dwaze denkbeelden die we koesteren te vervangen door ware ideeën, in plaats van de gedachten die geen betekenis en geen gevolg, geen oorsprong en geen inhoud in de waarheid hebben.

11. 1Dit erkennen we wanneer we met onze oefenperioden aanvangen. 2Begin hiermee:

3Ik vraag om een andere wereld te zien, en een ander soort gedachten te denken dan die ik heb gemaakt. 4De wereld die ik zoek, heb ik niet alleen gemaakt, de gedachten die ik wil denken, zijn niet de mijne.

5Observeer enkele minuten lang je denkgeest en zie, hoewel je ogen gesloten zijn, de zinloze wereld die jij als werkelijk beschouwt. 6Bekijk eveneens de gedachten die zich met zo’n wereld laten verenigen en die jij als waar beschouwt. 7Laat ze dan los, en daal af naar de heilige plaats die zij niet betreden kunnen. 8Onder hen is een deur in je denkgeest die je niet helemaal af kunt sluiten om te verbergen wat daarachter ligt.

12. 1Zoek die deur en vind haar. 2Maar herinner jezelf eraan, voordat je haar probeert te openen, dat niemand kan falen die tot de waarheid tracht te komen. 3En dit is het verzoek dat je vandaag doet. 4Niets anders heeft nu enige betekenis, geen enkel ander doel heeft nu waarde of wordt nagestreefd, niets wat voor deze deur ligt verlang je echt, en alleen wat erachter ligt zoek je.

13. 1Steek je hand uit en zie hoe makkelijk de deur openzwaait louter door jouw ene voornemen om te gaan naar wat daarachter ligt. 2Engelen verlichten de weg, zodat alle duisternis verdwijnt en jij in een licht staat zo helder en duidelijk, dat jij alle dingen die je ziet kunt begrijpen. 3Een kort ogenblik van verrassing zal je misschien doen stilstaan, voordat je beseft dat de wereld die jij voor je in het licht ziet, de waarheid weerspiegelt die je kende, en die je al afdwalend in dromen niet helemaal vergeten was.

14. 1Jij kunt niet falen vandaag. 2De Geest die de Hemel je gezonden heeft, vergezelt jou, opdat je deze deur op een dag mag naderen en er met Zijn hulp moeiteloos door mag glippen, het licht tegemoet. 3Vandaag is die dag aangebroken. 4Vandaag komt God Zijn aloude belofte na aan Zijn heilige Zoon, zoals ook Zijn Zoon zich zijn belofte aan Hem herinnert. 5Dit is een dag van vreugde, want we bereiken de afgesproken tijd en plaats waar jij het doel zult vinden van al je zoektochten hier en al het zoeken van de wereld, dat tegelijk zal eindigen als jij de deur doorgaat.

15. 1Breng jezelf vaak in herinnering dat vandaag een dag hoort te zijn van speciale vreugde, en onthoud je van sombere gedachten en zinloos geklaag. 2De tijd van verlossing is aangebroken. 3Vandaag is door de Hemel zelf vastgelegd als tijd van genade voor jou en voor de wereld. 4Als je dit gelukkige feit vergeet, herinner jezelf er dan aan met deze woorden:

5Vandaag zoek en vind ik alles wat ik verlang.
6Mijn enige doel schenkt mij dit.
7Niemand kan falen die tot de waarheid tracht te komen.