Een Cursus
In Wonderen

Geautoriseerde Online Editie
Werkboek

LES 134

Laat me vergeving zien zoals ze is.

1. 1Laten we de betekenis van ‘vergeven’ eens opnieuw bekijken, want die wordt snel verdraaid en gezien als iets wat gepaard gaat met een onterecht offer van terechte toorn, als een ongerechtvaardigd en onverdiend geschenk, en een totale ontkenning van de waarheid. 2In zo’n zienswijze moet vergeving wel gezien worden als louter een buitenissige dwaasheid, en lijkt het of deze cursus verlossing laat berusten op een gril.

2. 1Deze verwrongen zienswijze van wat vergeving inhoudt valt makkelijk te corrigeren wanneer je het feit kunt accepteren dat er geen vergeving wordt gevraagd voor wat waar is. 2Het moet worden beperkt tot wat onwaar is. 3Het is voor alles irrelevant behalve voor illusies. 4Waarheid is Gods schepping en die te vergeven heeft geen betekenis. 5Alle waarheid behoort Hem toe, weerspiegelt Zijn wetten en straalt Zijn Liefde uit. 6Heeft die vergeving nodig? 7Hoe kun je het zondeloze, eeuwig weldadige vergeven?

3. 1De voornaamste moeilijkheid die je ondervindt bij oprechte vergeving van jouw kant is dat jij nog steeds gelooft dat je de waarheid moet vergeven, en niet illusies. 2Jij beschouwt vergeving als een vergeefse poging om voorbij te gaan aan wat er is, om de waarheid te negeren, in een ongegrond streven jezelf te misleiden door een illusie waar te maken. 3Dit verwrongen gezichtspunt weerspiegelt slechts de greep die het begrip zonde nog steeds op jouw denkgeest heeft, zoals jij jezelf bekijkt.

4. 1Omdat jij denkt dat je zonden werkelijk zijn, zie je vergeving als een vorm van misleiding. 2Want het is onmogelijk de zonde voor waar te houden en niet te geloven dat vergeving een leugen is. 3Aldus is vergeving in feite niets dan een zonde, net als heel de rest. 4Ze zegt dat de waarheid onwaar is, en lacht de verdorvenen toe alsof die zo onschuldig zijn als gras, en zo wit als sneeuw. 5Ze is bedrieglijk in wat ze denkt dat ze bereiken kan. 6Ze ziet als juist wie duidelijk verkeerd is, en wie weerzinwekkend is als goed.

5. 1Vergeving is in zo’n optiek geen uitweg. 2Het is slechts eens te meer een teken dat zonde onvergeeflijk is en op zijn best moet worden verborgen, ontkend of van een andere naam voorzien, omdat vergeving verraad aan de waarheid is. 3Schuld kan niet worden vergeven. 4Als je zondigt, is je schuld eeuwig. 5Degenen die worden vergeven vanuit de optiek dat hun zonden werkelijk zijn, worden jammerlijk bespot en twee keer veroordeeld: eerst door henzelf voor wat ze denken te hebben gedaan, en dan nog eens door degenen die aan hen vergeving schenken.

6. 1Het is de onwerkelijkheid van de zonde die vergeving natuurlijk en volkomen zinnig maakt, een intense opluchting voor degenen die haar geven en een stille zegening waar ze ontvangen wordt. 2Ze gedoogt geen illusies maar verzamelt die lichthartig, met een lachje, en legt ze zachtjes aan de voeten van de waarheid. 3En daar verdwijnen ze totaal.

7. 1Vergeving is het enige wat staat voor de waarheid binnen de illusies van de wereld. 2Ze ziet dat die niets zijn en kijkt dwars door de duizend vormen heen waarin ze kunnen verschijnen. 3Ze neemt leugens waar, maar wordt niet misleid. 4Ze slaat geen acht op de zelfbeschuldigende kreten van zondaars, buiten zichzelf van schuldgevoelens. 5Ze kijkt naar hen met kalme blik en zegt eenvoudig tot hen: ‘Mijn broeder, wat je denkt is niet de waarheid.’

8. 1De kracht van vergeving is haar eerlijkheid, die zo onbezoedeld is dat ze illusies als illusies en niet als waarheid ziet. 2Hierom wordt juist zij de ontmaskeraar van leugens en de grote hersteller van de eenvoudige waarheid. 3Door haar vermogen voorbij te zien aan wat er niet is, opent ze de weg naar de waarheid die door schulddromen was versperd. 4Nu ben jij vrij de weg te volgen die jouw ware vergeving voor je openlegt. 5Want als één broeder dit geschenk van jou ontvangen heeft, staat de deur open voor jouzelf.

9. 1Er is een heel eenvoudige manier om de deur naar ware vergeving te vinden en te zien hoe die ter verwelkoming wijdopen staat. 2Wanneer jij voelt dat je in de verleiding komt iemand te beschuldigen van enigerlei zonde, sta dan je denkgeest niet toe te blijven stilstaan bij wat jij denkt dat hij heeft gedaan, want dat is zelfmisleiding. 3Vraag liever: ‘Wil ik mezelf hiervan beschuldigen?’

10. 1Aldus zul je keuzemogelijkheden zien op een wijze die kiezen zinvol maakt en die jouw denkgeest zo vrij van schuld en pijn houdt als God Zelf dat heeft beschikt en zoals die in waarheid is. 2Alleen leugens plegen te veroordelen. 3In waarheid is onschuld het enige wat er is. 4Vergeving staat tussen illusies en de waarheid, tussen de wereld die jij ziet en wat daarachter ligt, tussen de hel van schuld en de Hemelpoort.

11. 1Over deze brug, zo machtig als de liefde die er haar zegen over heeft uitgespreid, worden alle dromen van kwaad, haat en aanval in stilte naar de waarheid gebracht. 2Ze worden niet bewaard om zich op te kunnen blazen en tekeer te gaan, en de dwaze dromer die erin gelooft, angst aan te jagen. 3Hij is zachtjes uit zijn droom gewekt door te begrijpen dat wat hij dacht dat hij zag, er nooit is geweest. 4En nu kan hij niet voelen dat elke ontsnapping hem is ontzegd.

12. 1Hij hoeft niet te vechten om zichzelf te redden. 2Hij hoeft de draken niet te doden waarvan hij dacht dat ze hem op de hielen zaten. 3Noch hoeft hij de zware stenen muren en ijzeren deuren op te trekken waarvan hij meende dat ze hem veiligheid konden bieden. 4Hij kan het loodzware en nutteloze pantser afdoen, gemaakt om zijn denkgeest aan angst en ellende te ketenen. 5Zijn stap is licht, en als hij zijn voet optilt om verder te gaan, blijft er een ster achter om de weg te wijzen aan degenen die hem volgen.

13. 1Vergeving moet beoefend worden, want de wereld is blind voor haar betekenis en niet in staat een gids te verschaffen die jou haar weldadigheid leren kan. 2Er is geen gedachte in heel de wereld die tot enig begrip leidt van de wetten die ze volgt, noch van de Gedachte die ze weerspiegelt. 3Ze is even vreemd aan de wereld als jouw eigen werkelijkheid dat is. 4En toch verbindt ze jouw denkgeest met de werkelijkheid in jou.

14. 1Vandaag oefenen we ons in ware vergeving, opdat het moment van verbinding niet langer wordt uitgesteld. 2Want we willen onze werkelijkheid in vrijheid en vrede beleven. 3Onze oefeningen worden tot de voetstappen die de weg verlichten voor al onze broeders, die ons zullen volgen naar de werkelijkheid die wij delen met hen. 4Laten wij, opdat dit mag worden volbracht, vandaag twee keer een kwartier geven en dat doorbrengen met de Gids die de betekenis van vergeving begrijpt, en ons werd gezonden om ons dat te leren. 5Laten we Hem vragen:

6Laat me vergeving zien zoals ze is.

15. 1Kies dan op Zijn aanwijzing een broeder uit en zet al zijn ‘zonden’ op een rij, terwijl die één voor één in je gedachten opkomen. 2Zorg ervoor dat je bij niet één ervan blijft stilstaan, maar besef dat je zijn ‘vergrijpen’ alleen gebruikt om de wereld te verlossen van elk idee van zonde. 3Bekijk kort alle slechte dingen die jij over hem dacht en vraag telkens aan jezelf: ‘Wil ik mezelf hiervoor veroordelen?’

16. 1Laat hem bevrijd worden van alle gedachten die jij koesterde over zonde in hem. 2En nu ben jij op vrijheid voorbereid. 3Als je tot nu toe bereidwillig en oprecht geoefend hebt, zul je allengs een gevoel gaan bespeuren van te worden opgetild, een lichter worden van het gewicht op je borst, en een diep en zeker gevoel van opluchting. 4De resterende tijd moet je eraan geven om te ervaren dat jij ontkomen bent aan alle zware ketenen die je probeerde jouw broeder om te hangen, maar die daarentegen jouzelf omhangen werden.

17. 1Vergeving moet de hele dag door geoefend worden, want het zal nog menigmaal voorkomen dat je haar betekenis vergeet en jezelf aanvalt. 2Wanneer dit gebeurt, laat je denkgeest dan door deze illusie heenkijken terwijl jij jezelf voorhoudt:

3Laat me vergeving zien zoals ze is. 4Wil ik mezelf hiervan beschuldigen? 5Ik zal mezelf deze keten niet omhangen.

6Houd bij alles wat je doet dit in gedachten:

7Niemand wordt alleen gekruisigd, en niemand kan alleen de Hemel binnengaan.