Een Cursus
In Wonderen

Geautoriseerde Online Editie
Werkboek

LES 1

Niets wat ik in deze kamer [in deze straat, uit dit raam, op deze plek] zie betekent iets.

1. 1Kijk nu langzaam om je heen en oefen je in het heel specifiek toepassen van dit idee op wat je maar ziet:

2Deze tafel betekent niets.
3Deze stoel betekent niets.
4Deze hand betekent niets.
5Deze voet betekent niets.
6Deze pen betekent niets.

2. 1Kijk dan wat verder dan je directe omgeving en pas het idee in een wijder blikveld toe:

2Die deur betekent niets.
3Dat lichaam betekent niets.
4Die lamp betekent niets.
5Dat bord betekent niets.
6Die schaduw betekent niets.

3. 1Merk op dat deze uitspraken niet gerangschikt zijn in enige ordening en evenmin rekening houden met verschillen in de aard van de zaken waarop ze worden toegepast. 2Dat is de bedoeling van de oefening. 3De stelling dient eenvoudigweg toegepast te worden op alles wat je ziet. 4Wanneer je het idee van de dag oefent, hanteer het dan volkomen willekeurig. 5Probeer het niet toe te passen op álles wat je ziet, want deze oefeningen moeten geen ritueel worden. 6Zorg er alleen voor dat niets wat je ziet uitdrukkelijk wordt uitgesloten. 7Het ene is wat de toepassing van het idee betreft even goed als het andere.

4. 1Elk van de eerste drie lessen moet niet vaker dan tweemaal per dag worden gedaan, bij voorkeur ‘s morgens en ‘s avonds. 2Evenmin zou je ze langer dan ongeveer een minuut moeten proberen, behalve wanneer dat een gevoel van haast met zich meebrengt. 3Een aangenaam gevoel van ontspannenheid is essentieel.